Het project ruimte voor de rivier probeert met een aantal maatregelen de kans op overstromingen te verminderen. Een aantal maatregelen zijn:
- uiterwaardevergraving: Het uitgraven van de uiterwaarden door sediment en grond weg te halen. Hierdoor komt de uiterwaarden lager te liggen en kan er meer water in stormen bij een overstroming. 

- kribverlaging en langsdammen: Als het water hoog komt te staan wil men dit water zo snel mogelijk afvoeren naar de rivier. Dit gaat moeilijk als de hoge kribben die loodrecht op de rivier liggen, heb water vertragen. Daarom verlaagd men de kribben en kan het water sneller door de rivier stromen.

- Rivierbed verlaging: Rivier bed verlaging is dat het onnodige slib, zand en grond op de rivier boden weg wordt gehaald en dat die rivier dieper wordt. Zo kan het natuurlijk meer water afvoeren. 

- Dijkverlegging: Om de rivier meer ruimte te geven is de dijk verleggen van belang. Men schuift dan de dijk op verder van de rivier af.  Dit zorgt er voor dat het zomerbed breder is en er meer water door de rivier kan stromen.

- Dijkverzwaring: Als er meer water in de rivier zit staat er dus ook meer druk op de dijken.  Daarom is dijk verzwaring erg belangrijk. Dit houd in dat de dijk breder en hoger wordt gemaakt en dus sterker is. Zo breekt hij minder snel door.